“De vlieg uit de oude molen van mijn vader”
Als made gekropen uit het rottend vlees van een onoplettende rat, welke was gestorven tussen de draaiende houten delen van een standerdmolen te Leiden in 1659.
Is deze made dagen nadien als pop op mysterieuze manier terecht gekomen in een moutzak, welke gevuld werd met gerst, gemalen door deze molen.
Enige dagen daarna was de zak mout waar de pop in was beland, via een koopman aangekomen in een brouwerij te Amsterdam.
Bij het openen van de zak mout aldaar, kroop op dat moment de vlieg uit de pop en vloog zijn korte leven tegemoet (laten wij hem Hendrik noemen).
Nadat Hendrik de eerste rondjes had gevlogen was hij plots in de buitenlucht beland door een spleet naast het raam in de brouwerij, daar merkte hij de stank van enkele moleculaire rotting deeltjes van een dode muis op, een stank die verderop uit een atelier kwam. Van ja hoe kan het ook anders het atelier van Meester schilder Rembrandt van Rijn.
Was dit toeval? Ja dit is zuiver toeval waar trouwens dit hele verhaal en bijbehorend schilderij op rust. (Maar dit terzijde)
De deeltjes kadaverlucht, kwamen daar door een bovenlicht naar buiten wat dus ook de ingang was voor onze Hendrik.
Binnen aangevlogen in het atelier werd de kadaverlucht van de dode muis vermengd met de geur van terpentine, lijnolie en brandende waskaarsen.
Gedesoriënteerd lande de vlieg op de schouder van de Meester schilder.
Welke op dat moment druk doende een portret van zichzelf te creëren met op zijn hoofd een zwart wit geblokte schilders muts.
Een muts welke hem was toegeworpen door een toevallige passant uit een andere tijd.
De rest van het verhaal is visionair en kunt U zelf aanschouwen en eventueel aanvullen met eigen interpretatie, daar waar mogelijk tijd en dimensie zijn verschoven ten opzichte van de werkelijkheid.
Reactie van Rembrandt
